Al bijna 7 jaar leeft Aysha Meis zonder maag. Op 9 februari van dit jaar is haar debuutalbum Zwart/wit verschenen. In diezelfde week stond Aysha in bijna alle Nederlandse kranten met een groot interview. De afwijking in het CDH1 gen en de impact daarvan op haar leven heeft daarmee veel aandacht gekregen.

Zingen over impact
Een groot litteken in het midden van haar buik herinnert haar sindsdien elke dag aan de ingreep in het ziekenhuis. Er gaat een nummer over. Lelijk heet het. ‘Geschreven nadat ik voor het eerst na de operatie was gaan shoppen en een bh moest kopen. Ik zag in het pashokje het gigantische litteken, dat liep vanaf de bh tot aan mijn navel. Vanaf nu ben ik lelijk, dacht ik toen. Ik kan kopen wat ik wil, het blijft lelijk. Ik heb in dat hokje tranen met tuiten gehuild. De verkoopster hoorde het en kwam vragen of ze iets voor me kon doen. Toen ze me zo zag, schrok zij ook heel erg.’
Genen
Meis is de dochter van zanger Marcel en kleindochter van zanger Boudewijn de Groot. Waar ze van vaders kant een hoop muzikale genen meekreeg, is ze van moeders zijde belast met een genafwijking die haar hoogstwaarschijnlijk doodziek zouden maken. Het risico op maagkanker, de ziekte die haar oma (33) en moeder (42) op jonge leeftijd uit het leven greep, was hoog.
Nu haar album uitkomt, vindt ze het razend spannend wat de reacties zullen zijn. ‘Niet zozeer die op mijn persoonlijke verhaal, want dat is wat het is. Maar iedereen kan nu wat vinden van de muziek en de teksten, dat vind ik wel doodeng. Ik heb mijn verhaal van me afgeschreven, maar is het daadwerkelijk goede muziek? Kunnen de mensen er iets mee?’
Concerten
Aysha tourt in februari en maart van dit jaar door Nederland en België. Op 20 april vindt bovendien MeisFest plaats, een door haar georganiseerde muziekavond in de Amsterdamse Melkweg. Locaties kun je zien en tickets zijn verkrijgbaar via haar website.
Een mooi interview met Aysha is het interview op de site van 3voor12 van VPRO: Meis overwint haar lijf: ‘Jij wilde me dood hebben? Fuck you, ik pak je terug’