De periode na de ingreep

Het moment van ontslag is afhankelijk van uw herstel en zelfstandigheid, maar ligt meestal ongeveer tussen de zes en tien dagen.

Stoelgang
In de periode na de ingreep kan de stoelgang anders zijn dan u gewend was voor de ingreep. Het kan enige tijd duren totdat dit weer stabiel is.

Voeding
De ervaring leert dat patiënten in de periode na de operatie tijd nodig hebben te wennen aan een andere manier van eten in verband met de veranderde anatomie. Tegelijk heeft u als gevolg van de operatie een verhoogde behoefte aan energie en eiwitten. Het zal door een combinatie van factoren een uitdaging zijn om aan deze verhoogde behoefte te voldoen. Daarom krijgt u de periode na de operatie (aanvullend) sondevoeding en zal u bij het opbouwen van de orale intake begeleid worden door de diëtist. Een van de belangrijkste adviezen die u van de diëtist zult krijgen is dat u uw eetpatroon zult moeten indelen naar minimaal 6-8 keer per dag een kleine maaltijd, dit vraagt in de meeste gevallen om een gedragsverandering die tijd kost.

Vermoeidheid
U kunt tijdens en na de behandeling last houden van vermoeidheid. Vermoeidheid wordt veroorzaakt door de behandeling en doordat de conditie afneemt. Het is belangrijk dat u ondanks deze vermoeidheid voldoende blijft bewegen, zodat u in ieder geval uw conditie op peil houdt. Hoeveel beweging goed en gezond is, is afhankelijk van uw startniveau.

Activiteit
Regelmatige lichaamsbeweging is belangrijk voor de opbouw van uw conditie. U kunt uw activiteiten opbouwen op geleide van pijn. Zwemmen mag bij een gesloten wond (de hechtingen moeten dan wel verwijderd zijn). Het tillen van zware voorwerpen wordt gedurende de eerste 6 weken na de operatie afgeraden, zodat de buikwandwond goed kan herstellen.