Vrouwen met de CDH1-mutatie hebben een risico van ongeveer 42% (23% tot 68%) op lobulaire borstkanker.
Om de borstkanker in een vroeg stadium te ontdekken is regelmatig onderzoek vanaf 30 jaar aanbevolen. De controles bestaan uit de volgende onderzoeken:
- Jaarlijks borstonderzoek door een medisch specialist
- Jaarlijks een MRI
- Jaarlijks een mammografie
- Eventueel maandelijks zelf borstonderzoek.
De MRI en mammografie behoren op dezelfde dag gedaan te worden. Waarvan eerst de MRI en daarna de mammografie.
Wat is een MRI?
De afkorting MRI staat voor Magnetic Resonance Imaging. Er worden met behulp van een grote sterkte magneet en radiogolven bepaalde signalen in het lichaam opgewekt. Deze signalen worden daarop weer door een antenne opgevangen. Door middel van deze techniek kan er makkelijk een doorsnede van het lichaam of organen worden gemaakt alsof het in plakjes is gesneden. De MRI is een soort tunnel van 1.5 meter lang, waarin u met uw gehele bovenlichaam ligt.
Vanwege de magneet mogen er geen metalen voorwerpen mee in de MRI kamer. Dus denk eraan de juiste kleding mee te nemen. Vooral voor het borstonderzoek is het verstandig om een los en wijdvallend shirt mee te nemen voor tijdens het onderzoek.
Tijdens het onderzoek lig je op je buik in een speciaal frame hiervoor. Via een infuus in de arm krijg je tijdens het onderzoek contrastvloeistof ingespoten. Dit wordt gedaan om onderscheid te kunnen maken tussen de verschillende soorten weefsels in de borst.
Tijdens het onderzoek krijg je een balletje in de hand dat een alarmbel is, door hierin te knijpen roept u de laborant. Ook via een intercom heeft u contact met de laborant die in de ruimte ernaast zit. Het is namelijk heel belangrijk dat u niet beweegt tijdens het onderzoek. De opnames kunnen mislukken als u beweegt.
De MRI maakt zelf heel erg veel lawaai. Daarom krijgt u ook oordopjes om uw gehoor te beschermen. Bij de meeste ziekenhuizen is het ook mogelijk om naar muziek te luisteren tijdens het onderzoek.
Wat is een mammografie?
Bij een mammografie wordt de borst tussen twee plexiglasplaten platgedrukt, hierdoor kan er van twee kanten een röntgenfoto worden gemaakt. Dit gebeurt op verschillende manieren.
Ondanks dat een mammografie pijnlijk kan zijn, duurt het maar een paar seconden en is het niet schadelijk. Hoe platter de borst, hoe beter de kwaliteit van de foto. Op de foto kan de radioloog het vetweefsel, klierweefsel, bindweefsel en eventuele afwijkingen op aflezen.
Zelfonderzoek, wel of niet en hoe dit best te doen.
Door regelmatige zelfcontrole raak je vertrouwd met je eigen borsten en merk je daardoor veranderingen eerder op. Er zitten ook eventuele nadelen aan zelfonderzoek. Door het onderzoek worden ook vaker goedaardige aandoeningen gevonden. Het vinden van zoiets kan leiden tot onnodige ongerustheid, vaker biopsies en behandelingen, terwijl er niets aan de hand is. Het kan je echter ook een gevoel van gerustheid en veiligheid geven. Het is dus aan jezelf om de overweging te maken om wel of niet periodiek zelfonderzoek te doen.
De beste periode om dit zelfonderzoek te doen is tussen de 5e en 10e dag ná de menstruatie. Je borsten zijn dan minder gezwollen dan in de periode voor de menstruatie.
Er zijn een aantal punten waar je op moet letten bij borstzelfonderzoek.
- Ongewoon knobbeltje in de borst
- Deukjes of kuiltjes in de huid
- Veranderingen van de tepel met verschijnselen als roodheid, schilfertjes of eczeem
- Sinds kort ingetrokken tepel
- Verdikt strengetje naar de tepel
- Vocht uit de tepel (bruin of bloederig)
- Borst voelt warm aan en is rood gekleurd
- De huid van de borst ziet er afwijkend uit, als een soort sinaasappelhuid
- Pijn in de borst op een plek waar ook het klierweefsel anders aanvoelt
- Huidzweertje dat niet goed geneest
Het borstzelfonderzoek bestaat uit 5 stappen, een visuele controle, de tepelcontrole en drie soorten bewegingen.
STAP 1 – visuele check
Ga voor de spiegel staan of zitten met je armen ontspannen langs je lichaam en bekijk je borsten nauwkeurig. Zijn er veranderingen te zien: in grootte of vorm, aan de huid, aan de tepel. Leg vervolgens je handen achter je hoofd en kijk opnieuw of één van de genoemde veranderingen te zien is.
STAP 2 – tepel check
Controleer zowel bij staand als liggend borstzelfonderzoek de tepel en het gebied eromheen.
Als je de tepel rustig een beetje naar voren trekt, moet deze soepel meegeven.
STAP 3 – circulaire bewegingen
Leg je rechterarm achter je hoofd en leg je linkerhand op je rechterborst. Let erop dat de borstspier ontspannen is. Deel in gedachten je rechterborst in vieren. Onderzoek achtereenvolgens de vier gedeelten van je borst. Begin rechtsboven, ga vervolgens naar rechtsonder, dan linksonder en eindig linksboven.
Maak met de 4 gesloten en gestrekte vingers van je rechterhand kleine ronddraaiende bewegingen van de rand van je borst naar de tepel toe. Beweeg rustig met wat lichte druk. Controleer ook de tepel en het gebied eromheen.
STAP 4 – bewegingen van boven naar beneden
Leg je rechterarm achter je hoofd en leg je linkerhand op je rechterborst. Let erop dat de borstspier ontspannen is. Onderzoek je borst met bewegingen van boven naar beneden.
Maak met de 4 gesloten en gestrekte vingers van je rechterhand kleine ronddraaiende bewegingen van de rand van de onderrand borst naar de bovenrand van je borst. Deze bewegingen herhaal je 3 keer waarbij je verschillende punten van druk uitoefent: licht, gemiddeld en zwaar.
STAP 5 – wigvormige bewegingen
Leg je rechterarm achter je hoofd en leg je linkerhand op je rechterborst. Let erop dat de borstspier ontspannen is. Onderzoek je borst met bewegingen vanaf de tepel naar buiten.
Maak met de 4 gesloten en gestrekte vingers van je rechterhand kleine ronddraaiende bewegingen van de rand van je tepel naar de buitenranden van je borst. Deze wigvormige bewegingen herhaal je 3 keer waarbij je verschillende punten van druk uitoefent: licht, gemiddeld en zwaar.
Herhaal stap 3 tot en met stap 5 op dezelfde manier ook voor de linkerborst.